Moeder
Huisvrouw
Dochter
Zus
Partner
Vriendin
Vader
Huisman
Zoon
Broer
Partner
Vriend
Werknemer
Gezondheidsbewaker
Boekhouder
Grensbewaker
Vernieuwer
Intuitie
Practicus
Innerlijke criticus
Speelse kind
Zingever
Genieter
Creatieveling
Coach
Zorgenmaker
Ratio
Rechter voor jezelf
Mening-vormer
Leraar
Als je zelf kinderen hebt, zal je dit deel gemakkelijk herkennen. Maar ook al heb je zelf geen kinderen, dan heb je nog steeds dit deel in je klas zitten. Sommige mensen moederen over hun huisdier. Soms is juist het gemis aan kinderen een reden om dit deel aan het woord te laten. Iedereen heeft wel eigen beeld hoe een goede moeder zich zou gedragen. Je hebt dus altijd een moederdeel in je klas! Factoren die o.a. een rol spelen bij hoe vaak dit deel aan het woord komt en hoeveel tijd deze rol in de buitenwereld inneemt, zijn o.a.:
Dit deel kan je dan ook als hulpbron inzetten als je eventueel met getraumatiseerde kinddelen (groep C delen) in jezelf aan het werk gaat.
De huisvrouw of huisman zorgt voor een hygiënische en prettige woonomgeving. Factoren die een rol spelen bij hoe vaak dit deel aan het woord is en hoeveel tijd deze rol in de buitenwereld inneemt, zijn o.a.:
Je bent iemands kind. Ook al zijn je ouders overleden, dan kan dit deel in je gedachten nog steeds aan het woord blijken te zijn. Stel dat je ouders er opeens niet meer zouden zijn, en je dus de relatie met je ouders niet meer kunt veranderen, ben je dan tevreden over hoe vaak dit deel nu aan het woord is of je gedrag mag bepalen? Of zou je daar iets aan willen veranderen? Mogelijk dat ook dit deel belangrijk voor je is als je geadopteerd bent en je je biologische ouders wilt leren kennen. Andere factoren die een rol kunnen spelen bij hoe vaak dit deel aan het woord is en hoeveel tijd deze rol in de buitenwereld inneemt, zijn o.a.:
De meeste onder ons zijn zus of broer van iemand. Misschien ben je enigst kind en heb je iemand die als een zus of broer voor je aanvoelt. Factoren die een rol spelen bij hoe vaak dit deel aan het woord is en hoeveel tijd deze rol in de buitenwereld inneemt, zijn o.a.:
Wat de onderlinge woonafstand is tussen jou en je broers / zussen.
Veel mensen hebben een partner, hebben er een gehad of zouden er graag een willen hebben. Factoren die een rol spelen bij hoe vaak dit deel aan het woord is en hoeveel tijd deze rol in de buitenwereld inneemt, zijn o.a.:
De vriendin in jezelf bewaakt de relaties die je hebt met anderen waar je een positief wederzijds gevoel van verbinding mee hebt. Mensen zijn sociale wezens dus een behoefte aan vriendschap is normaal, ook al vult een ieder vriendschap in op een eigen manier. Factoren die een rol spelen bij hoe vaak dit deel aan het woord is en hoeveel tijd deze rol in de buitenwereld inneemt, zijn o.a.:
De mening-vormer heeft een oordeel over dat wat zich in de wereld buiten de klas bevindt. Dat wordt ook wel een mening genoemd. Klinkt milder maar is hetzelfde. Het positieve doel hiervan is om de omgeving overzichtelijk te houden waardoor je niet continu overal over hoeft na te denken. Je hebt ergens een mening over en daarmee deel je als het ware je omgeving in vakjes in. Bijvoorbeeld: ‘Piet zegt het soms wat bot maar heeft een goede inborst’ of ‘Roemenen zijn niet te vertrouwen’. Onderliggend gaat het om de vakjes: veilig / onveilig, lekker / niet lekker, aangenaam / onaangenaam etc. Ordening geeft overzicht en dat geeft weer rust. Het wordt een ander verhaal wanneer iets dat in een vakje is geplaatst niet meer gewijzigd kan worden. Dat maakt iemand star. Alsof er geen deuren in de wanden van een vakje zijn maar dat je mening opgesloten is, onveranderlijk. Dan wordt de mening-vormer star en dogmatisch. Valkuilen die hier o.a. kunnen spelen zijn H 6.10 (normdenken), H 7.2 (projecteren).
Als je zelf kinderen hebt, zal je dit deel gemakkelijk herkennen. Maar ook al heb je zelf geen kinderen, dan heb je nog steeds dit deel in je klas zitten. Sommige mensen moederen over hun huisdier. Soms is juist het gemis aan kinderen een reden om dit deel aan het woord te laten. Iedereen heeft wel eigen beeld hoe een goede moeder zich zou gedragen. Je hebt dus altijd een moederdeel in je klas! Factoren die o.a. een rol spelen bij hoe vaak dit deel aan het woord komt en hoeveel tijd deze rol in de buitenwereld inneemt, zijn o.a.:
Dit deel kan je dan ook als hulpbron inzetten als je eventueel met getraumatiseerde kinddelen (groep C delen) in jezelf aan het werk gaat.
De huisvrouw of huisman zorgt voor een hygiënische en prettige woonomgeving. Factoren die een rol spelen bij hoe vaak dit deel aan het woord is en hoeveel tijd deze rol in de buitenwereld inneemt, zijn o.a.:
Je bent iemands kind. Ook al zijn je ouders overleden, dan kan dit deel in je gedachten nog steeds aan het woord blijken te zijn. Stel dat je ouders er opeens niet meer zouden zijn, en je dus de relatie met je ouders niet meer kunt veranderen, ben je dan tevreden over hoe vaak dit deel nu aan het woord is of je gedrag mag bepalen? Of zou je daar iets aan willen veranderen? Mogelijk dat ook dit deel belangrijk voor je is als je geadopteerd bent en je je biologische ouders wilt leren kennen. Andere factoren die een rol kunnen spelen bij hoe vaak dit deel aan het woord is en hoeveel tijd deze rol in de buitenwereld inneemt, zijn o.a.:
De meeste onder ons zijn zus of broer van iemand. Misschien ben je enigst kind en heb je iemand die als een zus of broer voor je aanvoelt. Factoren die een rol spelen bij hoe vaak dit deel aan het woord is en hoeveel tijd deze rol in de buitenwereld inneemt, zijn o.a.:
Veel mensen hebben een partner, hebben er een gehad of zouden er graag een willen hebben. Factoren die een rol spelen bij hoe vaak dit deel aan het woord is en hoeveel tijd deze rol in de buitenwereld inneemt, zijn o.a.:
De vriendin in jezelf bewaakt de relaties die je hebt met anderen waar je een positief wederzijds gevoel van verbinding mee hebt. Mensen zijn sociale wezens dus een behoefte aan vriendschap is normaal, ook al vult een ieder vriendschap in op een eigen manier. Factoren die een rol spelen bij hoe vaak dit deel aan het woord is en hoeveel tijd deze rol in de buitenwereld inneemt, zijn o.a.:
De werknemer in jezelf is het deel dat zich richt op de werksituatie. Dat kan in loondienst zijn, als ZZP'er of als werkzoekende. Het betreft ook studietijd. Factoren die een rol spelen bij hoe vaak dit deel aan het woord is en hoeveel tijd deze rol in de buitenwereld inneemt, zijn o.a.:
Het gaat hierbij niet alleen om de buitenwereld, dat wil zeggen dat een ander kan zien dat je met je werk bezig bent, maar hoeveel tijd je hier in gedachten mee bezig bent. Dat betekent dat je werknemer misschien wel aan het woord is terwijl je de heg aan het snoeien bent of met je partner naar de bioscoop gaat.
De gezondheidsbewaker waakt over je gezondheid en geeft een signaal af wanneer dit evenwicht ongezond dreigt te worden. Na drie dagen ‘friet van Piet’ hoor je dit deel dan bijvoorbeeld vragen of het niet weer eens tijd wordt voor wat vitaminen, groente en fruit of zo. Wanneer de gezondheidsbewaker te veel aan het woord komt, vertoont iemand wellicht hypochondrische trekken. Bij te weinig kan iemand opeens ernstige klachten ervaren omdat de signalen voorafgaand niet opgemerkt werden. Valkuilen die hier o.a. kunnen spelen zijn H 6.7 (overdrijven), H 7.1 (bagatelliseren), H 7.4 (verdringen).
De boekhouder waakt over je financiën. Het wil voorkomen dat je in de financiële problemen komt. Afhankelijk van je financiële situatie is het wel of niet verstandig om dit deel vaker aan het woord te laten komen. Als dit deel te veel aan het woord is, kan het zijn dat je gierig bent, misschien zelfs vrekkig. Als dit deel te weinig aan het woord komt, heb je misschien wel een gat in je hand en kom je in de schulden. Valkuilen die hier o.a. kunnen spelen zijn H 6.2 (doemdenken), H 6.12 (teveel geven).
Voor je ergens 'Ja' tegen zegt, houdt de grensbewaker voor je in de gaten of je wel voldoende zin, tijd en / of energie hebt en mogelijk beter 'Nee' kunt zeggen. Dit deel waakt over je energie hoeveelheid en houdt in de gaten hoeveel ‘rek er nog in je elastiek’ zit. Valkuil die hier o.a. kan spelen is H 6.12 (te veel geven).
De vernieuwer heeft als doel vooruitgang, ofwel ontwikkeling. Het is door het opdoen van nieuwe ervaringen dat we de gelegenheid hebben om te groeien. De focus van dit deel kan verschillen. Bij de een richt dit deel zich bijvoorbeeld op werkervaringen, bij een ander meer op sporten, sociale contacten of spiritualiteit. Ook de intensiteit van de behoefte aan vernieuwing of verandering verschilt bij mensen. De een heeft nu eenmaal meer behoefte aan input van prikkels dan een ander. Valkuil die hier o.a. kan spelen is H 6.11 (lage frustratie tolerantie).
Intuïtie is als een innerlijk weten wat voorbij gedachten en gevoelens gaat. Het wordt ook wel het zesde zintuig genoemd. Het kent geen valkuilen want het overstijgt gedachten en gevoel. Intuïtie vertelt je wat goed voor je is en wat niet. Het is het helder weten via voelen, zien of horen dat we als kinderen allemaal hadden voor we gestimuleerd werden om overal woorden voor te vinden en alles te moeten verklaren. Dit deel laat van zich horen, op een eigen manier, vaak met zachte stem, als er iets niet klopt. Sommigen kennen dit als een onderbuikgevoel. Wil je dit deel opmerken, is het belangrijk dat de rest van de klas stil is zodat het opgemerkt en gehoord kan worden. De ratio heeft de meeste moeite met dit deel omdat wat intuïtie je te melden heeft, niet met argumenten of bewijs ondersteund zal worden. En toch blijkt dan op de langere termijn dat wat intuïtie te melden had klopt, of voor jou het beste blijkt te zijn. Dit is het enigste deel dat nooit te veel aan het woord kan komen en neemt daarmee een aparte positie in je klas in.
De practicus heeft als doel te komen tot efficiënt en praktisch handelen. Dit deel is niet zozeer een denker maar een doener. De uitvinder in jezelf, het deel die je in de actie modus brengt. Dit deel kan te veel aan het woord komen, dan wordt er eerst gehandeld en daarna pas gedacht. Als dit deel te weinig aan het woord komt, is de kans groot dat iemand veel bedenkt maar weinig doet. Valkuil die hier o.a. kan spelen is H 6.3 (moet-denken) waardoor je jezelf te weinig tijd gunt om eerst na te denken voor je handelt.
De innerlijke criticus is uit op een optimale verstandhouding met de sociale omgeving. Commentaar van dit deel zorgt wel voor enige onzekerheid. Dat heeft heeft als positieve werking dat je openstaat voor feedback / kritiek van jezelf of van anderen. En dat maakt dat je iets een volgende keer mogelijk anders / beter zal doen.
Het maakt ook dat je omgang met andere mensen positief wordt beïnvloed. Als dit deel te weinig aan het woord komt, ontstaat een narcistisch beeld. Iemand zal dit dan zelf niet als een probleem ervaren maar de mensen om hem heen, ervaren dit vaak als arrogantie. Dit deel kan ook te veel aan het woord komen hetgeen veelal een overdaad aan onzekerheid teweeg brengt. Iemand die veel onzekerheid ervaart zal zeker ander gedrag vertonen dan iemand die over zelfvertrouwen beschikt. Het lastige van dit deel is dat het zich vaak gedraagt als ‘Rupsje nooit genoeg’. Het kan immers altijd beter! Daarbij is het gevoel van onzekerheid voor veel mensen een gevoel waar ze van af willen. Valkuilen die hier o.a. kunnen spelen zijn H 6.1 (gedachten invullen), H 6.5 (alles op jezelf betrekken), H 6.9 (dubbel maatstaven), H 6.13 (zelfveroordeling).
Het speelse kind is het deel dat iets doet, louter en alleen voor het plezier dat het geeft. Dit deel is niet bezig met competitie maar met het plezier van het spel. Een echte energiegever. Het gaat er bij dit deel dus niet om om een doel te bereiken. Het is een deel dat in het NU leeft. Factoren die een rol spelen bij hoe vaak dit deel aan het woord is en hoeveel tijd deze rol in de buitenwereld inneemt, zijn o.a.:
De zingever heeft als doel het ervaren van zingeving en is meer bezig met een lange termijn visie. Mensen die geen tijd nemen voor dit deel, laten zich vaak leiden door de omgeving of de waan van de dag. Vooral mensen die zich herkennen in de valkuil van veel moeten zoals beschreven bij timemanagement komen vaak niet toe aan reflecteren op hun gedrag. Deze mensen worden uit hun comfort zone gehaald als er iets ingrijpends gebeurd. Bijvoorbeeld bij burn-out klachten, het overlijden van een dierbare of onverwachts ontslag. Veelal is dat de tijd om na te denken over welke keuzes er gaande het leven gemaakt zijn. Dit deel wordt vaker te weinig dan te veel aan het woord gelaten. Wat urgent is niet altijd belangrijk en wat belangrijk is, is niet altijd urgent. Als dit deel aan het woord komt, sta je stil bij vragen als:
De genieter is een deel dat gericht is op het genot van de zintuigen, het denkt niet en is, alleen maar aan het genieten van het huidige moment. Het beleeft het NU. Het wordt stil in je hoofd, geen gedachten, er is alleen het huidige moment dat je volop beleeft. Het kan zijn dat je bijvoorbeeld op dat moment geniet van de zon op je huid, iets lekkers dat je aan het eten bent, iets waar je oog op valt, iets waarnaar je luistert waar je blij van wordt of dat je heerlijk aan het vrijen bent. Kortom, al je aandacht is gericht op een of meerdere zintuigen. Dit deel in jezelf is gespecialiseerd in het opladen van energie. Factoren die een rol spelen bij hoe vaak dit deel aan het woord mag komen, zijn o.a.:
Het creatieve deel heeft als doel om iets nieuws te bedenken. Dit deel is er heel goed in om buiten de gebaande paden te denken. Het gaat hier dus niet alleen over creatief bezig zijn met schilderen of tekenen, maar zeker ook over anders omgaan met gedachten, concepten, oplossingen bedenken etc.. Vaak heeft dit deel een goede bijdrage om te komen tot een hele nieuwe denkrichting. Dit deel is bij iedereen aanwezig maar niet bij iedereen evenzeer ontwikkeld. Door hier meer aandacht aan te besteden, kan je dat gelukkig wel trainen. Dit deel kan ook heel goed aanhaken bij een ander deel. Zeker als een deel minder vaak aan het woord mag komen van de leraar (zoals beschreven in H 5), dan wordt door zo’n deel nog wel eens beroep gedaan om op een creatieve manier bijvoorbeeld alsnog aan het woord te komen.
: De ratio heeft als doel om situatie die je tegenkomt of die je bedenkt, te analyseren. Met een objectief oog bekijkt de ratio de situatie van verschillende kanten en stelt er vragen bij zoals: Wat is er bekend van deze situatie / Wat zijn de feiten? Dit deel laat zich niet kleuren door emoties. Dit deel is vaak een rem voor de zorgenmaker wanneer die een monoloog opstart. Daarom wordt de ratio ook een gewaardeerd deel door veel mensen. Valkuil die hier o.a. kan spelen is H 7.3 (rationaliseren).
De rechter vertegenwoordigt je geweten. Het wil een schuldgevoel voorkomen door jezelf op het rechte pad te houden. Het gaat hierbij over je eigen normen en waarden. Dit deel houdt in de gaten of je daar nog wel naar handelt. Als dat het geval is, kan je immers rustig slapen. Je geweten is dan schoon, er is geen reden voor schuldgevoel. Schuldgevoel is een motivator tot bepaald gedrag. En als een schuldgevoel terecht is, dan heb je iets te doen om recht te zetten. Valkuilen die hier o.a. kunnen spelen zijn H 6.5 (alles op jezelf betrekken), H 6.9 (dubbele maatstaven), H 6.10 (normdenken).
De coach is gespecialiseerd in goede adviezen. Vaak wordt dit deel wel ingezet om anderen met raad bij te staan maar wordt vergeten dat je dit deel ook voor jezelf kunt inzetten. Dit kan je dan doen door jezelf te vragen wat jij een ander zou adviseren als die zich in jouw situatie zou bevinden. Vaak borrelt er dan een antwoord op. Als je van jezelf vindt dat je voor een ander goede adviezen hebt, kan je dit advies zelf ook ter harte nemen.
De zorgenmaker heeft als doel om tijdig problemen te signaleren zodat je daar dan ook tijdig maatregelen voor kunt nemen. Reuze handig want het voorkomt dat je uit de gevarenzone blijft. Dit deel heeft de neiging om aan te haken bij andere delen. Het kan bijvoorbeeld allerlei problemen signaleren of bedenken wat er mis kan gaan op je werk, met je gezondheid, met je kinderen etc. Als dit deel te weinig aan het woord komt, kom je gemakkelijk in de problemen. Als dit deel te veel aan het woord komt, wordt de persoon iemand die overal beren op de weg ziet! Valkuil die hier o.a. kan spelen is H 6.2 (doemdenken).
: De leraar houdt in de gaten of er onrust in de klas is, welke delen hier mee te maken hebben, of er delen in valkuilen schieten, welke andere delen mogelijk als hulpbron aan het woord moeten komen om de rust te herstellen. Ook bepaalt de leraar bij tegenstrijdige behoeften welk deel uiteindelijk het gedrag mag bepalen. Of als er ergens een belangrijke beslissing over moet worden genomen, welke delen voor een intern teamoverleg worden uitgenodigd. Zie H9: Piekermanagement.
De leraar heeft slechts een doel: harmonie. En harmonie wil zeggen dat alle delen tijdig aan het woord komen en dat alle delen zich gehoord voelen.
Als een leraar goed functioneert, is er rust in je klas, ook als er in je omgeving van alles gebeurt.
De leraar heeft drie kernkwaliteiten nodig:
Factoren die een rol spelen bij hoe vaak dit deel aan het woord is en hoeveel tijd deze rol in de buitenwereld inneemt, zijn o.a.:
Geef voor u begint met de opstelling eerst aan of u een man of een vrouw bent.
Vrouw
Man